|
Primair |
|
Secundair |
|
|
Onderdompeling |
|
Bewustzijnsverlies |
|
|
Bewustzijnsverlies |
|
Onderdompeling |
|
|
Verdrinking |
|
Verdrinking |
|
|
75 % |
|
25% |
|
1. Primaire verdrinking
·
Bewuste personen bevinden zich in het water en proberen
boven te blijven; ze raken uitgeput en gaan onder; eerst probeert men de
mond nog dicht te houden; water in mond wordt ingeslikt; ademreflexen:
water wordt ingeademd; bewustzijnsverlies.
4
1/3 zijn slechte zwemmers
4
2/3 valt per ongeluk in het water (kinderen, bejaarden,
gehandicapten)
2. Secundaire
verdrinking
·
Slachtoffers verliezen eerst het bewustzijn, waarna de
onderdompeling volgt.
a) Vaso-Vagale reflex
4
Prikkel van de nervus vagus door angst, koude, stress,
emotie
4
Beïnvloeding van het hart- en bloeddrukregelend centrum:
hartslag daalt, bloeddruk daalt, O2 in hersenen daalt,
bewustzijnsverlies
b) Reflexen van neus, keel en strottenhoofd
4
Door contact met H2O
4
Hoesten met als gevolg H2O inademen
4
Stemspleetspasme met bewusteloosheid door hypoxie
4
Hart- ademhalingsreflex : stilvallen
c) Hypoxie
4
Door mechanische obstructie van de luchtwegen
4
Door langdurige apnoe na hyperventilatie
d) Hypercapnie
4
Door hypoventilatie
4
Door te veel CO2 in de lucht
4
Door te veel CO2 in het bloed
e) Ziekte
4
Epilepsie-aanval door koude, weerkaatsend licht
4
Diabetes: hypoglycemie, hyperglycemie (hersenen gebruiken
enkel suiker als voedingsstof)
4
Ziekten van het bloedvatenstelsel
f) Trauma
4
Pijn met als gevolg een vaso-vagale reflex
g) Psychische schok
4
Angst, emotie met als gevolg een vaso-vagale reflex
h) Allergie
4
Cryo-allergie: voor koud water
4
Hydro-allergie: voor water
4
Bepaalde substanties: plankton, wieren, kwallen, koralen,
vissen…
4
Diverse allergieën
Proces: bij allergische reactie stijgt de histamine-concentratie in het
bloed met stoornissen van de vaso-motoriek tot gevolg: bloedvaten zetten
uit, bloeddruk daalt, syncope
i) Spijsvertering
4
Spijsverteringsstelsel concentreert bloed bij zich na de
maaltijd, bijgevolg is er minder bloed beschikbaar voor de hersenen,
spieren en andere organen.
j) Koude
4
Normale adaptatie
4
Gebrek aan adaptatie
=
Thermo-mechanische schok leidt tot vaso-vagale reflex
=
Adaptatieziekte
B. Het Verdrinkingsproces
Bewust |
Adem |
Hart |
|
+ |
+ |
+ |
1. Eerste fase
Hevig verzet; paniek; ongecoördineerde bewegingen
Bij redding: verschrikte slachtoffers |
+
- |
+ |
+ |
2. Tweede fase
Eerste onderdompeling
adem inhouden
water inslikken
strottenhoofdspasme
asfyxie door wegvallen van ventilatie
10 à 20 % sterft
Bij redding (reanimatie): grote kans op overleven |
- |
+
- |
+ |
3. Derde fase
Strottenhoofdspasme verdwijnt
door CO2 - stijging: ademhaling door reflexmatige
middenrifcontracties
water in de longen, ventilatie stopt, hartslag versnelt
spasmen, braken, urinelozing, spermalozing, defaecatie
Bij redding (reanimatie): 50 % overleeft |
-
-
- |
-
-
- |
+
-
- |
4. Vierde fase
SCHIJNDOOD
reflexen dalen, spiertonus daalt, relaxatie kringspieren, blauwe
kleur
KLINISCH DOOD
6 à 7 min na onderdompeling, bleke kleur
BIOLOGISCH DOOD
biologische ontaarding van hersencellen, later de andere weefsels
bleekheid, koud, lijkvlekken, rotting |
C. Modaliteiten van
verdrinking
|
Droog |
|
NAT |
|
|
Strottenhoofdspasme |
|
Water wordt ingeademd |
|
|
Geen water in longen |
|
Water in longen |
|
|
Asfyxie |
|
Asfyxie |
|
|
60 à 70 % |
|
30 à
40 % |
|
|
ZOUT |
|
ZOET |
|
|
Surfactant wordt
afgebroken
OSMOSE: plasma naar longen
Bloedverdikking
hartritme stijgt
afname circulerend volume door verminderde kracht hart
hartstilstand |
|
Surfactant
wordt afgebroken
OSMOSE: water naar bloed
Verdunning bloed
opzwellen RBC en hemolyse
Na en K in bloed stijgt
hartfibrillatie
stilvallen circulatie |
|
D. Gevolgen van verdrinking
1. Ademhaling
Secundary drowning = uitgestelde verdrinking
·
Atelectase : platvallen alveolen door verlies surfactant
·
Longoedeem
·
Spasme van bronchiën
·
Pulmonaire infecties
·
Pneumothorax: platvallen van een long
Gevolg: vermindering capaciteit diffusie => hypoxie,
hypercapnie, acidose
2. Zenuwstelsel
a) Hersencomplicaties
4
Schade door zuurstof – gebrek
4
Hersenoedeem: (vasogeen / cytotoxisch) vochtopstapeling
inter- of intracellullair
b) Overlevingskansen
Afhankelijk van:
4
Type water,temperatuur en graad van vervuiling
4
Volume ingeademd water
4
Tijdsduur van onderdompeling
4
Algemene gezondheidstoestand en leeftijd slachtoffer
4
Lichaamstemperatuur: indien lager dan 36°C vergroot de kans
op overleven, aangezien de hersenen minder zuurstof verbruiken bij lagere
temperaturen
3. Hart / bloedsomloop
·
Electrolytenverandering: verstoring van het hartritme
·
Hemoglobineverandering
·
Bloeddruk- en bloedvolumewijziging
·
Hartfibrillatie
·
Verstoring evenwicht bloedgassen en zuur/base
4. Nieren
·
Zoetwaterverdrinking: mogelijk nierinsufficiëntie tgv
hemolyse (bloedafbraak).
·
Zoutwaterverdrinking: mogelijk nierinsufficiëntie tgv
afvalstoffen afkomstig van afgestorven weefsels door hypoxie en lage
bloeddruk |